Een vereniging is een rechtspersoon voor de Nederlandse wet. De rechten en plichten van een vereniging worden geregeld in het Burgerlijk Wetboek, boek 2, artikel 26 t/m 52. Een vereniging wordt in het algemeen opgericht door bij de notaris hiervan een akte op te maken. Dit is niet noodzakelijk, maar zonder notaris heeft de vereniging beperkte rechtsbevoegdheid (de bestuurders zijn hoofdelijk aansprakelijk. De vereniging kan geen registergoederen verkrijgen en geen erfgenaam zijn). Wanneer een vereniging bij de notaris opgericht is, zijn er ook statuten. Hierin staat ten minste het doel van de vereniging, de verplichtingen van de leden, het bijeenroepen van de algemene (leden)vergadering en het benoemen/ontslaan van de bestuurders. Verder laat de Nederlandse wet ruimte over om andere zaken in de statuten vast te leggen.
Doel Een vereniging heeft een doel dat nagestreefd wordt. Dit doel mag echter niet het verdelen van winst onder de leden zijn. Wat niet wil zeggen dat er geen winst gemaakt mag worden, maar deze moet ingezet worden voor een bepaald doel (zoals het doel van de vereniging, kennisdeling, verbetering van de kwaliteit, liefdadigheid, etc.).
Leden Een vereniging heeft leden. Dit zijn mensen die lid zijn van de vereniging omdat zij het doel steunen. De leden betalen meestal contributie om de vereniging draaiend te houden. Leden hebben invloed in het beleid van de vereniging via een algemene (leden)vergadering (ALV). Zo'n vergadering wordt minstens jaarlijks gehouden en elk lid is hiervoor uitgenodigd en stemgerechtigd. Bij een jaarlijkse ALV worden de afgelopen prestaties van het bestuur besproken en nieuwe plannen gepresenteerd en de financiën gecontroleerd (via een accountant of een kascommissie). Ook kan een ALV worden gehouden als er een bestuurswisseling is, als de statuten gewijzigd worden of als een bepaald aantal van de leden (tien procent, of een lager percentage als de statuten dat bepalen) een ALV wenst te houden. De ALV heeft alle bevoegdheden die niet door de wet of de statuten geregeld zijn en is dus het hoogste orgaan van de vereniging. Bij (zeer) grote verenigingen is het houden van een ALV onhandig of soms zelfs onmogelijk, omdat het aantal leden op de vergadering te groot zou worden. In zo'n geval wordt in de statuten meestal een getrapte vertegenwoordiging opgenomen: de leden kiezen uit hun midden een aantal vertegenwoordigers; deze vormen daarna het hoogste orgaan van de vereniging. Zo'n vertegenwoordiging heet vaak de Ledenraad of de Bondsraad. Voorbeelden van dergelijke verenigingen zijn de ANWB (meer dan 3 miljoen leden) & de Consumentenbond (600 duizend leden) en de FNV (1,2 miljoen leden).
Bestuur Een vereniging heeft een bestuur. Het bestuur wordt vaak uit de leden gekozen en deze besturen vertegenwoordigen de vereniging (in en buiten rechte). Zij zijn belast met de dagelijkse gang van zaken. Het bestuur bestaat ten minste uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
Afdelingen Sommige verenigingen strekken zich uit over een groot gebied maar hebben ook lokale doelen (zoals vakbonden en politieke partijen). In dat geval bestaat een vereniging vaak uit verschillende sub-afdelingen. Een afdeling is binnen een vereniging een afgebakend geografisch gebied waar binnen de verenigingsactiviteiten voor de groep leden binnen het gebied plaatsvinden. Een afdeling heeft een eigen bestuur en commissies die zich met de lokale zaken bezig houden. Meestal zijn de leden van een afdeling ook lid van de overkoepelende organisatie. Maar er zijn ook verenigingen waar lokale leden bestaan.
Kerkrade-West heeft een groot aantal verenigingen, een overzicht vindt u in onze rubriek ‘Thuis in eigen wijk’.
|